ACHTERGROND Alle hogescholen en
kunstacademies in Nederland en België zijn vanwege het cororavirus
noodgedwongen gesloten. Modestudenten krijgen uitsluitend digitaal
onderwijs. Maar hoe werkt dat precies in dit vakgebied, waarin alles draait
om de tactiele beleving en communicatie door middel van materialen?
Studenten en docenten staan voor grote uitdagingen, al biedt de situatie
ook nieuwe kansen.
Veerkrachtig omgaan met de situatie
Op de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen (KASKA), waar
negentig procent van de modestudenten afkomstig is uit het buitenland,
drong de ernst van de virusuitbraak al in januari door. “We hebben veel
Chinese studenten, van hen hoorden we verhalen over de situatie in hun
thuisland”, zegt Maureen de Clercq, modedocent aan de KASKA. “Sommigen
kregen in Antwerpen te maken met discriminatie op straat. Na de lockdown
zetten we de lessen voort via Skype-meetings op regelmatige basis.” Ook het
Amsterdam Fashion Institute (AMFI) ondernam onmiddellijk actie, toen het
kabinet alle hogescholen opriep om de onderwijsactiviteiten op locatie stil
te leggen. Peter Leferink, Head of Fashion & Design op AMFI, vertelt: “Zodra
het nieuws bekend werd zetten de docenten zich vol energie in om het
onderwijsaanbod te vertalen naar een online toepassing. Met hulp van de
Hogeschool van Amsterdam, waar AMFI onderdeel van uitmaakt, hebben we in
zeer korte tijd veel van de grond gekregen. Alsof het plan altijd al klaar
had gelegen. Dat getuigt van de grote veerkracht die mensen hebben.”
“Het coronavirus is geen excuus om iets niet te doen, wél een
motivatie om zaken op een andere manier aan te pakken”
Modelessen via Skype of Zoom
Alle lessen vinden nu digitaal plaats. Programma’s als Zoom, Skype en
Microsoft Teams zijn een uitkomst. Al is het wel even wennen, zowel voor
studenten als docenten. “Normaal sta je voor de klas en hangen mensen aan
je lippen terwijl je je verhaal vertelt. Nu is er toch veel minder
interactie, zo via het beeldscherm”, vindt Gerrit Uittenbogaard,
coördinator en docent Textiel en Mode aan de Koninklijke Academie van
Beeldende Kunsten in Den Haag. (KABK). Maar inmiddels, na wat
opstartproblemen, begint het al een beetje te wennen. “Docenten raken meer
en meer vertrouwd met de online programma’s. En voor studenten is het een
goede oefening om zich tweedimensionaal uit te drukken én hun digitale
portfolio goed op orde te hebben.” Veel docenten kiezen ervoor om
individuele sessies af te wisselen met online lessen in groepsverband. De
Clercq: “Regelmaat is belangrijk. Daarom houden we zoveel mogelijk de
reguliere lestijden aan. Eén-op-één tonen studenten hun vooruitgang.
Tijdens een groepssessie vraag ik iedereen bijvoorbeeld om elk één
kledingstuk te tonen waar ze trots op zijn.”
Mentale en financiële ondersteuning
De lessen vinden weliswaar op afstand plaats, inhoudelijk zijn de
gesprekken vaak persoonlijker dan voorheen. De Clercq: “Je krijgt
letterlijk een kijkje in iemands huis via de webcam. Daarnaast ben je als
docent uiteraard bezorgd over het welzijn van de studenten. Je vraagt door:
heeft iemand bijvoorbeeld nog genoeg eten en geld? Sommige studenten voelen
zich eenzaam.” Door het tijdsverschil maakt ze lange dagen: één van haar
studenten zit nu in Vancouver, waar het zes uur later is, anderen in
thuisland China, waar het zes uur eerder is. Sommige studenten kunnen
helemaal niet naar huis terug. Of ze moeten eerst twee weken in quarantaine
en proberen hun werk zo goed en zo kwaad als het gaat voort te zetten. De
KABK stelde een crisisteam samen om, waar nodig, hulp te bieden aan
studenten. Ook riep de academie een Corona Relief Fund in het leven, een
noodfonds voor studenten die door Covid-19 in financiële moeilijkheden
verkeren. Uittenbogaard: “Als bijbaantjes vervallen, terwijl de kamerhuur
gewoon doorbetaald moet worden, geeft dat veel stress. Dit noodfonds biedt
verlichting.”
“In zeer korte tijd hebben we de switch gemaakt naar online
onderwijs. Alsof het plan altijd al klaar had gelegen. Dat getuigt van de
grote veerkracht van onze docenten en studenten”
Mondkapjes maken in de verloren uurtjes
Het sentiment onder studenten is wisselend, merken de docenten.
Leferink: “Er is een groep die er vol voor gaat, er echt in gelooft en het
liefst nog iets extra’s wilt doen. Mondkapjes stikken voor verschillende
instanties bijvoorbeeld. Fantastisch natuurlijk! Maar er zijn ook studenten
die met de handen in het haar zitten. Enerzijds omdat ze geen toegang
hebben tot gereedschappen, nu de naai- en breiwerkplaatsen van de opleiding
dicht zijn. Anderzijds omdat ze ‘opgesloten’ zitten in kleine
studentenkamers, zich futloos voelen en weinig inspiratie hebben.” Om hen
een hart onder de riem te steken stuurt hij begin van de week een email
naar alle designstudenten vanaf het tweede jaar. Nu eens met een
persoonlijke bespiegeling over de huidige tijdsgeest, dan weer met een
recept voor lekkere soep. Als studenten stress ervaren, lijden ze daar niet
alleen zelf onder, het komt hun werk ook niet ten goede. En dus wordt er
aan alle kanten hard gewerkt om iedereen gezond en wel aan boord te houden.
Roeien met de riemen die je hebt
Dat veel studenten er ondanks alles tóch in slagen om veel werk af te
krijgen, is volgens de docenten bewonderenswaardig. “De inventiviteit en
flexibiliteit is groot”, zegt Uittenbogaard. “Mensen grijpen andere
manieren aan om hun werk te presenteren, bijvoorbeeld met behulp van film
of fotografie.” Maar het blijft lastig, zeker met een fysieke collectie.
Kleuren komen op het scherm niet altijd overeen met de werkelijkheid. Hoe
beoordeel je of een mouwinzet goed is? En hoe laat je de stofuitdrukking
zien? Ook daar worden studenten steeds gedrevener in. Zo kun je een
doorschijnende stof bijvoorbeeld tonen voor een raam of lamp. Uittenbogaard
verwacht dat studenten enerzijds digitale middelen aanwenden, en anderzijds
teruggrijpen naar ambachtelijke technieken. Eindexamenstudent Inge
Vaandering verft bijvoorbeeld zelf haar stoffen, nu de verfwerkplaats op de
KABK gesloten is. Doorpassen op vrienden is ten strengste verboden, dus
zoeken studenten noodgedwongen naar alternatieven. “Ze gebruiken zichzelf
als model, of een stok en een stoel. Daar laten we studenten volledig vrij
in. Alles kan en mag, zolang er maar een manier van lichaamsbeleving is.”
“Lesgeven op afstand biedt ook kansen. Zo is het een goede oefening
voor studenten om zich tweedimensionaal uit te drukken én hun digitale
portfolio goed op orde te hebben”
Solidariteit leidt tot mooie initiatieven
Het gevoel van collectiviteit is groot. Iedereen helpt elkaar zoveel
mogelijk. De Clercq: “Studenten verzinnen creatieve oplossingen met
materialen die ze voorhanden hebben. Via een besloten Facebook-groep delen
studenten daarnaast ook foto’s van restpartijen die ze thuis hebben liggen.
Deze materialen wisselen ze onderling uit per post.” De Haagse studenten
hebben een speciaal Instagram-account aangemaakt om contact met elkaar te
houden. Daarop delen ze van alles, variërend van serieuze berichten tot
sarcastische of maatschappijkritische memes. Uittenbogaard: “Normaal
gesproken is de academie hun habitat. Die sociale interactie missen ze ook.”
Inhoudelijk kampen studenten met vragen als: wat is de waarde van mode nog?
Hun wereldbeeld verandert. Daar moet je ruimte voor scheppen, vindt
Leferink. “Niet alleen in dialoog, ook door een aangepast traject mogelijk
te maken. We willen studenten in staat stellen om flexibel te reageren op
de situatie en onze beoordelingscriteria zodanig op te stellen dat het
toegestaan is om met andere inzichten te komen.”
Niet de zoveelste afstudeershow op rij
Het streven is dat studenten geen studievertraging oplopen.
Eindbeoordelingen gaan gewoon door, in digitale vorm. Afstudeershows zijn
verplaatst tot na de zomer of krijgen een andere invulling. “Voor sommige
studenten, die vier jaar naar dit belangrijke moment hebben uitgekeken, is
dat een enorme desillusie”, merk De Clercq. “Tegelijkertijd is dit hét
moment om alle klassieke normen te doorbreken en te kiezen voor een
atypische vorm. In eerste instantie wilden onze studenten daar niets van
weten. Maar een week na de aankondiging, toen het idee eenmaal was
ingedaald, zat mijn mailbox al vol nieuwe ideeën.” De Clercq ziet een
vergelijking met de muziekindustrie. Artiesten moesten zichzelf opnieuw
uitvinden door de komst van streamingdiensten als Spotify. Dat is ook
gelukt. “Het coronavirus is geen excuus om iets niet te doen, wél een
motivatie om zaken op een andere manier te doen.” Leferink vult aan: “Op
AMFI waren we al tot het inzicht gekomen dat we dit jaar geen gewone
catwalkshow wilden, maar écht iets anders. Dit moment vraagt om een
diepgaande dialoog over wat er verandert en hoe je dat in de juiste
presentatievorm kunt tonen.”
Online inspiratie en verdieping
De Franse modeschool Institut Français de la Mode (IFM) biedt een gratis
online modecursus aan, ‘Understanding Fashion: From Business to Culture’.
Grote namen uit de industrie, onder wie ontwerper Simon Porte Jacquemus en
de CEO’s van modehuizen als Chanel en Saint Laurent, zijn hierbij
betrokken. Er zijn geen vereisten om mee te doen. De cursus is te volgen
voor iedereen die interesse heeft in de modebranche.
Modehuis Alexander McQueen lanceerde een platform voor gratis lezingen
over mode, kunst en design. Aan deze ‘Sarabande Sessions’ serie – een
initiatief van McQueens Sarabande Foundation, een goed doel ter
ondersteuning van ontwerpers en kunstenaars, opgericht in 2007 – werkten
onder andere modefotograaf Tim Walker en de Britse ontwerper Molly Goddard
mee.
Foto’s:
1.
KABK-eindexamenstudent Inge Vaandering verft nu zelf haar stoffen, maar
is vooral op zoek naar ruimte, nu het colorlab (verfwerkplaats) op de
academie gesloten is.
2.
AMFI-studenten maken mondkapjes voor verschillende instanties.
3.
Juist nu hechten mensen extra veel waarde aan handwerk.
4.
Alle modelessen vinden online plaats.
5 t/m 7. KASK-studenten tonen de voortgang van hun collecties via Skype.
Bron: Fashion United